Het late voorjaar is de tijd dat bij de meeste vogels de eitjes wel uitgebroed zijn en dat de jonge vogels het nest beginnen te verlaten. Dat gaat niet gemakkelijk. De eerste vliegpoging eindigt meestal rechtstreeks beneden op de grond. Vrijwel iedereen met een tuin kent wel de aandoenlijk fladderende merel-pubers, die vervolgens een beetje rondscharrelen en verwoede pogingen doen om weer hogerop te komen. Aan de ouders zal het niet liggen. Die blijven de jongen met zorg omgeven, proberen de boel een beetje bij elkaar te houden en gaan ondertussen door met eten halen en brengen. Na een paar dagen kunnen de vogels al wat beter hun vleugels gebruiken en lukt het ze om hoog te blijven.
Dat is ook hard nodig. In deze puberperiode op de grond woedt er een ware slachtpartij, waar de meeste tuinbezitters nauwelijks een idee van hebben. Nederland kent tussen de 3 en 4 miljoen katten. Dat betekent dat 100 % van de Nederlandse tuinen en parken wel eens bezoek krijgt van de eigen kat of van de buurkat. En hoe lief ze ook op de bank kunnen slapen en spinnen, een kat is een roofdier dat zijn instinct niet snel onder controle zal hebben. Dat betekent dat een kat een jong vogeltjes snel ontdekt en het als een prooi ziet. Ook al liggen er voldoende brokjes in het voerbakje, een jonge mees of merel is een makkelijk tussendoortje.
Nu kun je zeggen dat tuinen toch al geen natuurlijke gebieden zijn. En dat ca 95 % van de jonge vogeltjes dood zal gaan. Maar hypocriet is de selectieve liefde voor dieren wel. Terwijl veel mensen in het voorjaar nestkastjes en in de winter pindasnoeren ophangen, halen de meeste kattenbezitters hun schouders op over het gedrag van hun huisdier. Met een laconiek ”Tsja, dat is nu eenmaal het roofdier-instinct” wordt de slachting onder het tafelkleed gemoffeld. En een slachting is het wel. Het gaat om tussen de 25 en 100 miljoen vogeltjes per jaar. En daar zitten niet alleen Merels of Koolmezen bij, maar ook Steenuiltjes en Spotvogels.
Grote vraag is natuurlijk wat je eraan kunt doen. De beste oplossing is natuurlijk geen kat nemen. Goed voor de tuinvogels en ook nog eens goed voor je portemonnaie. Een andere oplossing is huisarrest voor de kat in april, mei en juni. Als je de kat in deze drie maanden binnen houdt, maken de meeste vogeljongen een kans om het te redden. Ook bewustwording is belangrijk. Om het wat harder te stellen; kattenbezitters, die zich natuurliefhebber voelen, moeten zich echt eens achter de oren krabben.