De Nachtegaal krijg je meestal niet te zien, maar te horen is ie des te meer. Vooral in de late schemering en het begin van de nacht kan hij, verscholen in dicht struikgewas zijn liedje ten gehore brengen. In dat lied zit vrijwel altijd het kenmerkende crescendo lulululuuluuu. De Nachtegaal spreekt veel mensen tot de verbeelding. Het is bijna niet voor te stellen dat er uit zo’n klein lijfje zo’n geweldig geluid kan komen.
Fernand Deroussen ( www.xeno-canto.org )