De Kerkuil broedde vroeger nogal eens in de torens van kerken, vandaar zijn naam. Bij statige boerderijen werd er in de nok een apart gat gemaakt, waar de Kerkuil door naar binnen kon om dan op de zolder te nestelen. Door zijn witte lijf kan de kerkuil spookachtig lijken; een geest die plotseling in stilte overvliegt….
Timo Roeke ( www.xeno-canto.org )